Vrijdag 23 september
Met een half uur vertraging zijn we gisteren met een vliegtuig van Precision Air vertrokken uit Arusha. Op een vliegtijd van een uur kun je niet veel tijd meer winnen dus we kwamen ook een half uur te laat op het vliegveld van Zanzibar aan. We moesten daar tussen verschillende andere vliegtuigen (met draaiende motoren) door naar de aankomsthal lopen. Daar werd ons paspoort en ons medische paspoort vluchtig bekeken en we mogen meteen naar de “bagage claim”. Dit betekent in de praktijk een bank waar de koffers op gelegd worden. Tot onze verrassing komen onze koffers ditmaal als eerste tevoorschijn en zo staan we 5 minuten na landing in de aankomsthal waar diverse chauffeurs met naambordjes staan te wachten. Toch wel bijzonder dat er ook iemand tussen staat met “BERT VOS” erop. Na een rit van ongeveer 10 minuten zijn we bij ons hotel. Al toeterend door de zeer nauwe straatjes van Stown Town. Dit toeteren doen ze omdat de meeste van die smalle straatjes gewoon tweerichtingsverkeer toestaat maar amper breed genoeg is voor 1 auto. Door te toeteren waarschuwen ze dat er iemand aankomt zodat deze op een bredere plaats kan stoppen.
We slapen in het Zanzibar Palace hotel, midden in Stone Town. Het is gelegen in een onooglijk straatje. Als we de deur eenmaal binnen zijn komen we echter in een geweldig sfeervol hotel met zo'n 10 kamers in een kolossaal pand. Geheel in Oosterse sferen, een beetje vergelijkbaar met de Ryads in Marrakech. Deze parallel gaat overigens voor meer zaken op maar daarover later meer. We worden ontvangen door de eigenaren (Nederlanders) en een stagiaire die hier voor zijn studie Marketing ongeveer 5 maanden verblijft. Na een heerlijk ontvangstdrankje worden we naar onze kamer “Sultana” gebracht. Dit is ook een sprookje van duizend en één nacht. Gigantische kamer met een prachtig hemelbed van houtsnijwerk, een familiebad en ook nog een veranda over de hele breedte van de kamer. Bovendien een ventilator én airco. Om 4 uur 's middags is het nog 30 graden dus dat is wel lekker.
Omdat we nog niet veel gegeten hebben gaan we lunchen in het hotel. Alles is zeer persoonlijk en intiem. De eetruimte bestaat uit 5 tafeltjes. We bestellen de huissalade (met een biertje ;-) en het duurt best wel lang. Het wachten is echter niet voor niets geweest want het is overheerlijk en allemaal vers bereid. Zelfs de hardgekookte eieren die erin zitten zijn nog warm. We zien ook al dat de dinerkaart voldoende lekkere dingen aanbiedt.
Na de lunch duiken we Stone town in (we hebben enkele tips van de eigenaar ontvangen). Het lijkt sterk op de souks van Marrakech: een doolhof van gigantisch veel kleine straatjes waar iedereen met zijn fiets, brommer of handkar toch door heen moet. Voordeel hier is dat je eigenlijk niet kunt verdwalen. Je komt altijd uit bij het water of bij een grote weg die Stone Town afscheidt van de rest van de stad Zanzibar. Ook het aantal winkeltjes doet ons denken aan Marrakech en er is ook een plein dat 's avonds helemaal volgebouwd wordt met eetkraampjes. Nadat we (weer) wat souvenirs gekocht hebben genieten we aan het water van de zonsondergang terwijl de traditionele dhow zeilboten uitvaren om te gaan vissen. We besluiten om in het hotel te eten en dat blijkt een fantastische keuze. Het is voor Tanzaniaanse begrippen niet goedkoop maar het is echt superlekker met ook heerlijke tussengerechtjes. We hebben ook al een echte koffiemachine zien staan en dat betekent eindelijk weer eens een echt bakje koffie van vers gemalen bonen en dat smaakt echt beter dan al die oploskoffie. Na het eten zitten we nog even heerlijk uit te buiken op de veranda en te genieten van de gebeurtenissen in de “straat”. We laten heel decadent nog 2 pina colada's bezorgen en hebben dus een fantastische avond.
Toen we gisteravond gingen slapen hadden we wel wat angst voor de hoeveelheid moskeeën hier in de buurt aangezien 97% van de bevolking Moslim is. Dit viel echter mee. Het was wel een warme nacht maar dankzij de ventilator en de airco kunnen we dat redelijk beperken. We zijn echter toch weer vroeg wakker omdat het leven hier op straat vroeg begint en men begint dus ook al vroeg te toeteren.
Na een heerlijk ontbijt gaan we richting markt. Dat is met recht wel een bijzondere gebeurtenis. Heel veel groentes, specerijen, vlees en vis. Er is ook een speciale kippenafdeling waar tientallen grote manden met grote hoeveelheden (levende) kippen van eigenaar wisselen. Eén voor één worden ze uit de mand gehaald en teruggestopt totdat ze de dikste gevonden hebben. Dat gebeurt niet altijd zachtzinnig. Ik denk dat de partij voor de dieren hier niet in de regering zit!
Als we de hoek omgaan zien we ook dat de kippen soms ter plekke geslacht worden. Men loopt daarbij op blote voeten door het bloed en de veren. Ik denk dat ik vanavond een keer geen kip eet.
Ook de grabbeltafels met restanten vis of vlees zien er niet echt smakelijk uit. Heel veel vliegen en graaiende mensen. Bijna kokhalzend gaan we hier weer naar buiten.
Vervolgens bezoeken we de haven met de traditionele dhow schepen die voor vracht gebruikt worden. Er zijn er net een aantal aangekomen uit Dar-Es-Salaam gekomen met houtskool. De grote zware zakken worden allemaal met het handje gelost.
Voor de lunch bezoeken we ook nog het geboortehuis van Freddy Mercury. Even daarvoor hebben we ook al iets gedronken bij het Mercury's Restaurant. We eten een pizza als lunch en zoeken daarna het hotel op voor een siësta want de temperaturen lopen aardig op.
Tijdens de siësta kan ik meteen het dagboek bijwerken en publiceren want we hebben hier Wifi op de kamer. De eigenaar is een voormalig ICT-er en heeft dit dus aardig geregeld voor ons. Vandaar dat zijn website er ook zo goed uit ziet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten